een sprookje van — Bram, Eva en de welpen van Den Treek
- lars Plooyer
- 27 nov
- 3 minuten om te lezen
Gelukkig geen nieuws over de bekendste wolvenfamilie van Den Treek , maar een sprookje.......
In het hart van Den Treek beweegt wolf Bram stil door de schemering. Zijn vacht glanst vochtig van de avondmist, zijn oren gespitst voor iedere brekende tak. Hij is geen schaduw uit een oud verhaal — hij leeft hier, nu, tussen de wortels, het mos en het fluisterende licht.
Aan zijn zijde loopt Eva, alert en zacht tegelijk, terwijl hun drie welpen rond hen dartelen, nieuwsgierig en ontwapenend in hun onschuld.
Maar terwijl de roedel leeft van instinct, liefde en het ritme van het bos, gonst de mensenwereld erbuiten. Ze noemen Bram een probleemwolf, alsof die term hem tot iets minder maakt dan hij werkelijk is. Terwijl hij enkel probeert te leven, te beschermen, te groeien.
En die dreiging hangt elke dag als een koude draad door het bos.
Vergunningen, plannen, woorden die de bomen niet begrijpen, maar waarvan het woud de spanning voelt.

De eed van Woudgefluister is wakker
Het bos staat niet stil. Nu, op dit moment, verzamelen de beschermers zich voor Bram en Eva, alsof het woud zelf hen oproept.
Liora de Lantaarnfee danst als een warme ster tussen de varens.
Mirel van de Maanmeren laat licht rimpelen over plassen en bladeren.
Vixela de Schaduwvos glijdt geruisloos langs de omtrek van het pad.
De Kraaienwachter cirkelt boven hen, een zwarte boog tegen de lucht.
Bram Wortel de Boomhoeder staat als een levende eik aan de rand van het pad.
Kreukel de paddenstoelenprater rommelt door het bladstrooisel.
Lysandra Mergeldauw ademt dauw over de korstmossen.
Ze staan nu om de wolvenfamilie heen, de cirkel intact, de Eed levend.
Geen sprookjesfiguren uit verre tijden, maar hoeders van dit moment, waakzaam en verbonden.
Het bos leeft, maar weent
Bram tilt zijn kop op wanneer de wind plotseling stilvalt. Eva duwt de welpen dichter naar zich toe.Iedere schemeravond is beladen.Iedere beweging kan iets betekenen.De dreiging van buiten blijft, als een onzichtbare vijand.
De bomen reageren.Het mos verduistert.Zelfs de vogels zingen minder.
Het bos voelt het — nu, in elke vezel.
De nacht die nog gaande is
In een open plek, badend in maanmelk, staat Bram stil. Zijn borst gaat langzaam op en neer, zijn blik gericht op het licht boven hem. Er klinkt geen vraag, maar iedereen voelt hem:
Waarom word ik gezien als gevaar, terwijl ik alleen wil bestaan?
Eva raakt zijn schouder met haar snuit. De welpen nestelen tegen zijn poten.
En om hen heen zwijgen de beschermers in diepe droefheid.
Liora dempt haar gloed.Vixela houdt haar adem in.De Kraaienwachter zakt laag op zijn tak.Lysandra laat de dauw trillen als tranen.
Want dit is geen herinnering.Dit is geen einde.
Dit is nu.
En toch heeft het woud ook hoop
Want terwijl de nacht zwaar rust op Den Treek, houdt de Eed stand.Hun magie stroomt door wortels en takken, een beschermlaag rond het gezin.
Ze kunnen geen zekerheden bieden — de wereld van mensen is hard en haastig — maar ze maken een belofte die vandaag, op dit moment, klopt als een hartslag:
Bram is niet alleen.
Eva is niet alleen.
De welpen zijn niet alleen.
Het woud ademt met hen mee.Het woud waakt.Het woud weigert hen los te laten.
En als je nu vanavond, door Den Treek zou lopen en stil zou blijven staan, zou je het kunnen horen:
Het zachte gezang van een oud verbond.Het fluisteren van bomen die kiezen.De bescherming die niet breekt zolang er hoop is.




Opmerkingen